Pagina's over ballet

Boekimpressies

Columns

Over Ballet

 
 
 

 

 

 

Wendeline Wijkstra

Eindelijk niet meer om de pijn heen dansen...

Dansen is je leven, je passie, je droom. Van jongsaf aan heb je veel niet gedaan om dat ene wel te kunnen doen: dansen! Je werkt hard, want je stikt van de ambitie. En ineens is er pijn. Niet een klein pijntje, maar een pijn die niet weg gaat. Of je valt, of je verstapt je, of… de blessure. De nachtmerrie van elke danser. Wat doet dat met je? Hoe ga je er mee om? Wendeline Wijkstra heeft dat meegemaakt. Een gesprek over dansen met en dansen zonder pijn.

Ze lijkt een breekbaar poppetje, maar schijn bedriegt. Wendeline Wijkstra is taai en weet bijzonder goed hoe haar balletwereld in elkaar steekt en wat zij er mee wil. Vanaf september 2008 maakt ze deel uit van het danserscorps van Het Nationaal Ballet. “Dat had al eerder kunnen zijn, want Ted Brandsen had me gezien bij een beoordeling en gevraagd of ik stageaire wilde worden. Maar ik vond het nog te vroeg. Ik wilde dat jaar nog op school blijven en meedoen aan de Prix de Lausanne. Op school kon ik me nog richten op mijn ontwikkeling, zo goed worden als ik maar kon en mijn techniek verbeteren.  Nu, als lid van het gezelschap, moet ik het doen met wat ik geleerd heb. Je moet met de groep in korte tijd een voorstelling neerzetten. Je weet hoe het eruit moet zien en daar werk je aan. Dat is fijn. Mijn eerste voorstelling bij Het Nationaal Ballet was ‘Monument voor een gestorven jongen’ van Rudi van Dantzig. Dat was indrukwekkend, meteen werken met zo’n man!”

De pijn
En is in die tijd de blessure ontstaan? “Nee”, zegt Wendeline, “dat was al zeven jaar geleden. Ik kreeg pijn in mijn enkel. Eerst was het af en toe pijn en ik vond allerlei manieren om er om heen te werken. Ik was nog op school, maar ik ben zoveel mogelijk doorgegaan. Hier bij het gezelschap werd het anders.”
Wendeline had last van het ‘os trigonum’, het driehoeksbeentje, een klein botje dat los of als lipje verbonden aan de achterkant van het hielbeen zit. Niet iedereen heeft dit botje, en als het er wel zit  is het ook nog eens nutteloos. Maar als danser kan het je wel erg in de weg zitten. Het botje kan het dansen op spitzen tot een pijnlijke affaire maken, infecties veroorzaken en het volledig strekken van de voet onmogelijk maken
[1]
“Er zijn veel dansers die het hadden en die er een operatie voor hebben laten doen. Daar dacht ik op school niet aan. Bovendien dacht ik dat het met goede fysiotherapie wel beter zou worden. Verder was ik gezond, ik had alleen een rotvoet. Op school werd er van de operatie wel een groot ding gemaakt. Dat is jammer, want ik heb veel meer pijn gehad dan nodig was en ik heb er veel tijd door verloren. Maar doorslaggevend was denk ik dat ik nu niet meer individueel werk, zoals op school. Als ik hier uitval, dan heeft iedereen daar last van. Dus er moest iets gebeuren.“

De operatie
De operatie heeft vorig jaar juli plaatsgevonden. Hoe spannend was dat? “Heel spannend” beaamt Wendeline. “Ik dacht, wauw, het is echt gebeurd, nu is het allemaal uit mijn handen, nu kan ik alleen maar hopen dat het goed komt.  De chirurg gaf aan dat het goed was gegaan en dat het met rust zeker snel beter zou gaan. “

Droom
Die rust zal niet gemakkelijk zijn geweest. “Nee, in het begin was ik vooral ook steeds geirriteerd, omdat ik met twee krukken moest lopen; dan heb je geen handen meer. Maar ik heb er ook veel van geleerd. De medische hulp van het gezelschap is ontzettend goed, dat is fijn en dat geeft je zekerheid. Want verder levert zo’n voet veel onzekerheid. Je ziet alle anderen dansen en dat is wat je ook wilt, maar het kan niet. Want ik ben danseres en dat is niet zomaar een baan, dat is mijn passie en ik ben daar kwetsbaar in.  Ik heb ook geleerd hoe mijn lijf reageert in het helingsproces en wat compenseren doet met je lichaam. Want dat heb ik natuurlijk jaren gedaan, met om de pijn heen dansen.  Eind vorig jaar ging ik weer het podium op. Ik ben nog niet helemaal terug, maar ik ben zo blij dat ik weer kan dansen. Ik wil ook veel dansen, want dat zet alles in je lichaam in gang en brengt je in vorm. Nu vergeet ik zelfs al af en toe dat ik een slechte voet had. Dat was mijn droom. “

© Yvonne Philippa


[1] Vincent, L.M., Een danser en zijn gezondheid, 1981, Bruna, Nederlandse bewerking Conrad van de Weetering

maart 2010

   

terug naar beginpagina